Wat is een functie van de eerste graad?
Inhoud
Wanneer je de eerste keer leert over functies, kan dat allemaal nogal abstract klinken. Op het eerste zicht is het niet zo duidelijk waarom zoiets bestaat en hoe iemand ooit op het idee is gekomen om dat te verzinnen... 🤨
Dat gevoel is heel normaal en is zelfs vollédig terecht, want functies zijn abstract. En dat is precies waarom ze zo interessant en héél breed toepasbaar zijn! 🙌 Functies, en zo ook eerstegraadsfuncties, zijn een mooi voorbeeld van het hele idee achter wiskunde: we willen een onderliggende werking (die bij vele toepassingen hetzelfde is) blootleggen en bestuderen. Door de eigenschappen van die onderliggende werking te ontdekken, ontdekken we dan meteen ook eigenschappen van àl die toepassingen! 💃
Voorbeelden van eerstegraadsfuncties
Laat ons dit even illustreren aan de hand van twee voorbeelden... 👨🎨
Voorbeeld 1: Dirk naar het festival 🤘
Dirk gaat volgende week naar een muziekfestival en is in onderhandeling met Maria over hoeveel geld hij mag meenemen.
Dirk drinkt al eens graag een goed glas melk wanneer hij op een festivalweide staat. Hij wil dan ook liefst zoveel mogelijk glazen melk kunnen drinken.
Een toegangsticket voor het festival bedraagt €25 en voor een glas melk vraagt het festival €3. Dirk zou graag willen weten welk budget hij met Maria moet onderhandelen om een bepaald aantal glazen melk te kunnen drinken op het festival.
We weten dat Dirk al minstens €25 nodig zal hebben om het toegangsticket te kunnen betalen. Maar dan heeft hij nog geen enkel glas melk natuurlijk. Voor elk glas melk dat hij wil drinken, komt er €3 bovenop die €25. Het budget dat hij moet onderhandelen is dus €25 plus het aantal glazen melk dat hij wil drinken maal de prijs van een glas melk:
Als Dirk bijvoorbeeld glazen melk wil drinken, dan zal hij een budget van nodig hebben.
We kunnen wat schrijfwerk besparen door de formule als volgt te schrijven:
Voorbeeld 2: Maria eet pralines
Maria is dol van pralines. Ze toonde dan ook met plezier haar groot hart toen de lokale gymclub haar vorige week vroeg om hen te steunen door chocolade zeevruchten te kopen. 🤤 Ze kocht meteen een grote doos van . Zo'n doos bevat 64 pralines.
Maria weet natuurlijk wel dat ze die hele doos best niet op één dag naar binnen speelt. Ze heeft dan ook besloten om elke dag slechts 4 pralines te eten. Na enkele dagen vraagt ze zich af hoeveel pralines er nog in de doos zitten. Hoe kan ze dit berekenen?
Er zitten oorspronkelijk pralines in de doos en er gaan er iedere dag uit. Het aantal pralines dat op een bepaalde dag nog in de doos zit, is dus gelijk aan min het aantal dagen maal :
Dit kunnen we herschrijven als:
Dit is dan weer hetzelfde als:
Na bijvoorbeeld dagen zullen er nog pralines in de doos zitten.
We kunnen weer wat schrijfwerk besparen door de formule als volgt te schrijven:
Voorbeeld 3: Bevroren soep ontdooien
Maria en Dirk maken regelmatig een grote kom soep die ze verdelen in verschillende potjes om in te vriezen. Zo'n potje hoeven ze dan enkel terug op te warmen om te kunnen genieten van een heerlijke en gezonde portie soep.
Wanneer ze zo'n portie uit de diepvriezer halen, heeft de soep een temperatuur van . Ze plaatsen de portie soep in de microgolfoven. Deze laat de temperatuur van de soep stijgen met per minuut. Wat is de temperatuur van de soep nadat die een bepaald aantal minuten in de microgolfoven heeft gestaan?
De temperatuur van de soep bedraagt in het begin . Iedere minuut komt daar bij. De temperatuur van de soep is dus gelijk aan plus het aantal minuten maal :
Dit kunnen we ook schrijven als:
Dat is dan weer hetzelfde als:
Of, in symbolen:
Algemene vorm van een eerstegraadsfunctie
Bij het eerste voorbeeld vonden we de volgende uitdrukking:
Bij het tweede voorbeeld kwamen we uit bij:
Bij het derde voorbeeld kregen we:
Als je deze uitdrukkingen naast elkaar legt, zie je dat ze een heel gelijkaardige vorm hebben. We rekenen telkens een uit door een te vermenigvuldigen met een bepaald getal en daar dan een ander (al dan niet negatief) getal bij op te tellen. Als we het eerste getal vervangen door een en het tweede getal door een , dan krijgen we:
Er zijn talloze situaties waar we een kunnen uitrekenen met een via . Dat komt zelfs zo vaak voor dat we er een speciale naam aan geven: eerstegraadsfuncties.
Merk op dat we vaak in plaats van die ook wel schrijven:
Met die tussen haakjes achter de bedoelen we dan dat de functie afhangt van (en niet dat vermenigvuldigd wordt met !). We noemen het voorschrift van . We definiëren een eerstegraadsfunctie dan als volgt:
Een functie is een eerstegraadsfunctie in als en slechts als haar functievoorschrift geschreven kan worden als
Hierbij zijn en .
We gebruiken de naam eerstegraadsfunctie omdat de hoogste macht van in gelijk is aan . We noemen ook wel een veelterm van de eerste graad in .
Al die letters in kunnen nogal verwarrend zijn. De letters en hebben echter een heel andere rol dan en ! De letters en zijn variabelen en hebben geen vaste waarde voor een bepaalde functie. In het eerste voorbeeld zochten we het verband tussen een aantal glazen melk () en een totaalbudget (). We kunnen dat verband voor eender welk aantal glazen melk gebruiken. We kunnen veel verschillende waarden kiezen voor , waar dan ook veel verschillende waarden voor uit zullen volgen. De prijs per glas melk () en de prijs voor een toegangsticket () liggen echter vast. Zij bepalen hoe de functie zich zal gedragen, bv. in welke mate het budget stijgt per extra glas melk. We noemen en ook wel de parameters van de eerstegraadsfunctie.
Als gelijk zou zijn aan nul, dan is ook en dan wordt of korter . We hebben dan geen meer in ons functievoorschrift. De hoogste graad van is dan niet meer één, maar nul. is dus geen eerstegraadsfunctie meer, maar een nuldegraadsfunctie of een constante functie.
Intuïtie achter functies van de eerste graad
Hoe komt het dat de voorbeelden van Dirk die naar een festival gaat, van Maria die pralines eet en van bevroren soep die opgewarmd wordt allemaal leiden tot een functie van de eerste graad? Wel, per extra glas melk kwam er een vast bedrag van €3 bij het *budget bij; per extra dag ging er een vast aantal pralines uit de doos; en per extra minuut kwam er een vast aantal graden Celsius bij de begintemperatuur bij. Elke situatie waar er voor elke extra een vast aantal weggaat of bijkomt bij een beginaantal kunnen we wiskundig beschrijven met een eerstegraadsfunctie. Het vast aantal dat per weggaat of bijkomt, is . Het beginaantal (wanneer ), is .
Je ziet dat we met onze eerstegraadsfunctie inderdaad de onderliggende werking (waar we het in het begin van de les over hadden) blootleggen.
Een functie van de eerste graad herkennen en omzetten naar
Elke situatie waar er een vast aantal per weggaat of bijkomt bij een beginaantal (wanneer ), gedraagt zich als een eerstegraadsfunctie. In het volgende kader vatten we samen hoe je in een opgave kan herkennen dat het om een eerstegraadsfunctie gaat en hoe je vervolgens het voorschrift kan vinden van die eerstegraadsfunctie.
- Zoek de betekenis van en : Vraag je eerst af welke grootheden van elkaar afhangen. Is het een prijs die afhankelijk is van een aantal gekochte producten? Is het een afstand die afhangt van de tijd? Is het een omtrek die afhangt van de lengte van een gekozen zijde? ... Dit geeft de betekenis van en : is de grootheid die afhankelijk is van .
- Bepaal of een eerstegraadsfunctie is van : Ga na of er per een vaste hoeveelheid bijkomt bij (of weggaat van) . Is dit zo, dan is een eerstegraadsfunctie van , anders niet.
- Bepaal : Als een eerstegraadsfunctie is van , bepaal dan hoeveel er bij bijkomt (of van afgaat) wanneer één eenheid groter wordt. Dit is .
- Bepaal : Zoek waaraan gelijk is als gelijk is aan nul. Dit is .
We hebben ook een aparte les over hoe je het voorschrift van een eerstegraadsfunctie kan berekenen waar we iets dieper hierop ingaan.
Probeer het voorgande nu zelf toe te passen op de volgende oefeningen.
Oefening NaN
Maria rijdt met haar Segway een constante snelheid van meter per minuut. Ze vertrekt van bij haar thuis en volgt de hele tijd een rechte baan. Bepaal een formule die aangeeft hoeveel meter ze van huis is na een bepaald aantal minuten rijden. Is dit een eerstegraadsfunctie?
Samengevat
Een functie is een eerstegraadsfunctie in als en slechts als haar functievoorschrift geschreven kan worden als
Hierbij zijn en .
- Zoek de betekenis van en : Vraag je eerst af welke grootheden van elkaar afhangen. Is het een prijs die afhankelijk is van een aantal gekochte producten? Is het een afstand die afhangt van de tijd? Is het een omtrek die afhangt van de lengte van een gekozen zijde? ... Dit geeft de betekenis van en : is de grootheid die afhankelijk is van .
- Bepaal of een eerstegraadsfunctie is van : Ga na of er per een vaste hoeveelheid bijkomt bij (of weggaat van) . Is dit zo, dan is een eerstegraadsfunctie van , anders niet.
- Bepaal : Als een eerstegraadsfunctie is van , bepaal dan hoeveel er bij bijkomt (of van afgaat) wanneer één eenheid groter wordt. Dit is .
- Bepaal : Zoek waaraan gelijk is als gelijk is aan nul. Dit is .